Water op de weg: pas op voor aquaplaning

Aquaplaning ontstaat door een dun laagje water tussen de band en de weg, waardoor je auto heel even het contact met de ondergrond verliest. Hierdoor heb je geen controle over de auto. De kans dat water op de weg blijft staan, is klein. Onze wegen bestaan voor een overgroot deel uit zeer open asfaltbeton (ZOAB). Door de structuur van het materiaal blijft er geen water op het wegdek staan en is de kans op spatwater of aquaplaning minimaal.

Bij een grote stortbui kan het voorkomen dat er zoveel water op het wegdek komt dat ook ZOAB de grote hoeveelheid wat minder snel verwerkt en water op het wegdek blijft staan. Op de rijstrook waar het water ligt, plaatsen wij een rood kruis als er een matrixbord aanwezig is of nemen wij andere maatregelen om weggebruikers te waarschuwen.

Wat kun jij doen?

Bij harde regenval is het belangrijk dat je je snelheid matigt en voldoende afstand houdt op je voorligger. Door met aangepaste snelheid door een plas te rijden houd je meer controle over de auto. Als je door een plas met water rijdt, is het belangrijk niet te hard te remmen en rustig vaart te minderen.

Rijden in een regenbui

Een fikse regenbui kan je zicht beperken. Het is belangrijk om niet stil te gaan staan op de vluchtstrook, omdat dit gevaarlijke situaties kan opleveren. Door de neerslag ben je slecht zichtbaar en andere weggebruikers verwachten niet dat er auto's op de vluchtstrook stilstaan. Deze vluchtstrook is bedoeld voor hulpdiensten, voertuigen die pech hebben of betrokken zijn bij een ongeval. Mocht je (tijdelijk) willen stoppen, zoek dan een veilige plek, zoals een tankstation of verzorgingsplaats op. Zorg er ook voor dat je altijd goede ruitenwissers hebt en je ruiten en spiegels schoon zijn voor vertrek. Zo voorkom je dat je zicht niet extra beperkt wordt.