Met 900 wagens, 1200 mensen en ruim 200 miljoen kilo zout zorgen we deze hele winter voor een goede bereikbaarheid door schone, veilige wegen. In het winterseizoen wordt continue de temperatuur, de vochtigheid en het zoutgehalte van het wegdek gemeten. Als gladheid wordt verwacht gaan we preventief strooien. Het zout zorgt ervoor dat het vriespunt van een vochtig wegdek met enkele graden daalt en sneeuw smelt. Daarmee voorkomen we gladheid.
Bij het preventief strooien in het hele land gaat in totaal 1200 man hard aan het werk; van gladheidscoördinatoren, laders en lossers tot de chauffeurs op de wagens. Zij komen snel naar één van de 56 steunpunten verdeeld over het land om de 546 strooiers en eventueel 350 sneeuwschuivers te monteren, zout te laden en de weg op te gaan voor hun vaste strooi- en ploegroutes. Daarnaast heeft Rijkswaterstaat nog 4 calamiteitenmachines om in te zetten: 2 Firestorms, 1 Lavastorm en 1 filesproeier. Deze machines kunnen specifiek ingezet worden om ijsplaten op de weg te bestrijden.
Als het tijd is om de strooiwagens en sneeuwschuivers in te zetten, roepen we de chauffeurs op. De vrachtwagens zijn al voorbereid. De montage van de schuivers en strooiers op de wagens kan al in ongeveer 5 minuten. De afspraak is dat de laatste korrel zout van de route binnen 2 uur na oproep op de weg ligt. Binnen die tijd kunnen onze strooiwagens samen - indien nodig - 10.000 km afleggen. Dit is ongeveer gelijk aan de afstand Amsterdam - Kaapstad.
Ondanks alle inspanningen van Rijkswaterstaat kan gladheid niet altijd helemaal worden voorkomen. Daarom adviseert Rijkswaterstaat bij winterse omstandigheden goed voorbereid op weg te gaan.