Onder spitsstroken verstaan we een vluchtstrook aan de rechterkant of een extra rijstrook aan de linkerkant van de weg, die alleen tijdens drukke momenten open is voor verkeer. Met deze extra rijstrook kan het verkeer beter doorstromen en kan meer verkeer van de weg gebruikmaken.
We openen en sluiten een spitsstrook aan de hand van verkeersdrukte op de snelweg zelf, maar ook op basis van de totale verkeersdrukte in de regio. Lussen in het wegdek en camera’s meten deze verkeersdrukte. De informatie komt vervolgens binnen bij onze verkeerscentrales en als er per uur meer dan 1350 auto’s per rijstrook passeren, openen we de spitsstrook.
Voordat we de spitsstrook openen, schouwen we de spitsstrook met behulp van camera’s. Dat houdt in dat we kijken of er geen obstakels op de spitsstrook liggen. Tijdens het schouwen is de rijstrook nog afgesloten. Na het schouwen, gaat de spitsstrook open en zorgen we ervoor dat de verkeersborden naast de weg de teksten ‘spitsstrook open’ tonen.
In de podcast Wegwijzer praten verkeerskundige Rudi, gedragskundige Anke en wegverkeersleider Midden-Nederland) Leon je bij over spitssproken.
Als een spitsstrook geopend is wordt deze als normale rijstrook gebruikt. De doorgetrokken witte streep die de spitsstrook aan de rechterkant van de snelweg markeert, mag in dit geval genegeerd worden. Vanwege wetgeving mogen we de witte streep niet aanpassen. Officieel is er zonder doorgetrokken streep geen vluchtstrook meer. Daarom hebben spitsstroken geen andere markering.
Met camera’s en detectiesystemen houden we vanuit onze verkeerscentrales de spitsstroken in de gaten. Als er een voorwerp op de weg ligt of een ongeval of pechgeval op de spitsstrook staat, sluiten we deze meteen. Soms is het zicht op de spitsstrook niet voldoende voor onze camera’s, zoals bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of in geval van een storing in de camera’s. Omdat veiligheid van de weggebruiker onze hoogste prioriteit heeft, sluiten we in zulke gevallen de spitsstroken.
Om de 500 tot 1.000 meter liggen langs de spitsstrook, rechts van de weg, pechhavens. Krijg je pech, rijd dan indien mogelijk door naar zo’n pechhaven. Als dit niet lukt en de spitsstrook is geopend, zet dan je alarmlichten aan, parkeer de auto zo dicht mogelijk bij de rechter vangrail en draai de voorwielen naar de vangrail toe.
Laat hierbij wel genoeg ruimte over, zodat jijzelf en jouw eventuele inzittenden rechts kunnen uitstappen. Vervolgens ga je samen met hen zo snel als mogelijk achter de vangrail staan met veiligheidshesje aan en bel je vanaf die plek de Landelijke Informatielijn van Rijkswaterstaat via 0800-8002 of met 112. Hierbij is het belangrijk dat je alle informatie van het dichtstbijzijnde hectometerbord doorgeeft.