Rijkswaterstaat krijgt vaak de vraag waarom spitsstroken dicht zijn als het mistig is. We houden spitsstroken met camera's in de gaten vanuit onze verkeerscentrales. Hierdoor kunnen we een spitsstrook gelijk sluiten wanneer er een obstakel, ongeval of pechgeval is.
Soms is het zicht op de spitsstrook onvoldoende voor onze camera's, zoals bij mist en sneeuw. Veiligheid van de weggebruiker blijft de eerste prioriteit. Daarom blijven spitsstroken in dat geval dicht, ook al is het druk op de weg. We kunnen het verkeer dan niet voldoende in de gaten houden om de veiligheid te waarborgen.
Wanneer het mistig is, kunnen we onmogelijk gehele rijbanen afsluiten. Bij aanrijdingen wordt de spitsstrook dan gebruikt om de, bij een aanrijding betrokken voertuigen, zo snel mogelijk aan de kant te krijgen. De spitsstrook dient dan dus gewoon als vluchtstrook.
Wanneer de spitsstrook wel gewoon beschikbaar zou zijn en er een ongeluk gebeurt, is er geen uitwijkmogelijkheid meer; met alle gevolgen van dien.
Rijkswaterstaat adviseert weggebruikers om hun rijstijl bij mist en/of slecht zicht aan te passen. Ook is het voeren van de juiste verlichting belangrijk.