Pech in een tunnel? Volg de instructies

Incidenten in tunnels kunnen grote gevolgen hebben. Rijkswaterstaat doet er daarom alles aan om gestrande weggebruikers zo snel mogelijk uit tunnels te krijgen. Wegverkeersleiders in de verkeerscentrale spelen hierbij een belangrijke rol. Zij bewaken namelijk de tunnels 24 uur per dag. Door middel van detectiesystemen en camera’s houden zij het verkeer in de gaten. Zo kunnen zij de tunnel bij incidenten direct afsluiten voor verkeer, installaties in de tunnel bedienen en hulpdiensten alarmeren.

Instructies bij pech in een tunnel

Het is belangrijk om de juiste handelingen uit te voeren als je autopech krijgt. Zo voorkom je onveilige situaties voor jezelf en anderen. Als het lukt en je kunt nog wel verder rijden, doe dit dan en parkeer het voertuig op een parkeerplaats, vluchtstrook of vluchthaven buiten de tunnel.

Het kan natuurlijk zijn dat je niet meer verder kunt rijden. Dan is het belangrijk om je voertuig aan de rechterkant van de tunnelbuis neer te zetten. Of zo dicht mogelijk tegen de tunnelwand. Zet vervolgens de alarmverlichting van je voertuig aan en zet de motor uit. De sleutel kan je in het contact laten, zodat hulpverleners je auto kunnen verplaatsen.

Heb je dit gedaan? Dan adviseren wij om een veiligheidshesje aan te trekken. Zo ben je beter zichtbaar voor andere weggebruikers in de tunnel. Vervolgens verlaat je het voertuig. Hierbij is het belangrijk dat je het verkeer goed in de gaten houdt en niet oversteekt. Dit is namelijk levensgevaarlijk.

Houd voldoende afstand

Als je passagiers bij je hebt, moeten deze 50 meter voorbij het voertuig staan. Zo kan een auto de klap opvangen, mocht er een aanrijding plaatsvinden. De inzittenden dienen zo dicht mogelijk tegen de tunnelwand aan te staan.

Loop vervolgens langs de tunnelwand in de rijrichting van het verkeer naar de dichtstbijzijnde hulppost. Daarin zit een noodtelefoon waarmee je de wegverkeersleider van Rijkswaterstaat kunt bellen. Deze persoon geeft je verdere instructies en neemt de nodige verkeersmaatregelen.

Beeld: hulppost in een tunnel

Heb je gebeld? Ga 50 meter voorbij het voertuig staan en wacht hier op hulp. Het kan zijn dat een hulppost bijvoorbeeld 30 meter voor je hangt. Na het bellen is het wel belangrijk om direct op 50 meter te gaan staan bij de andere passagiers. Uiteraard zo dicht mogelijk tegen de tunnelwand.